Historical Roots of Current Debates on Sustainable Degrowth
Edited by Iris Borowy and Matthias Schmelzer
Uitgever: Routledge, Taylor & Francis Group
Jaar van publicatie: 2017
Het boek bevat zeven hoofdstukken van verschillende auteurs die op diverse aspecten van het groeiparadigma ingaan. Gareth Dale laat zien dat het groeiparadigma in de 17e eeuw ontstaan is in noordwest Europa. De opkomende natuurwetenschap suggereerde dat de natuurlijke wereld beheerst kon worden en in analogie daarmee werd de markteconomie gezien als een gegeven dat aan wetmatigheden onderhevig was. Tegelijkertijd werden cyclische concepten van verandering opgegeven ten gunste van een lineaire verandering; het vooruitgangsgeloof was geboren en economische groei speelde daar een belangrijke rol in. Dat was echter nog niet de veronderstelde noodzaak van jaarlijkse groei.
Jean-Baptiste Fressoz en Christophe Bonneuil pakken het verhaal daar op. Zij stellen dat het idee van onbeperkte economische groei in de 19e eeuw gelegitimeerd werd door de geologie die het beeld van een nog niet ontdekte maar onuitputtelijk ondergrondse laag fossiele brandstoffen creëerde. In de neoklassieke economie van de 20e eeuw namen grondstoffen slechts een marginale rol in. Ook marxistisch economen deden het idee dat er grenzen zijn aan de hoeveelheid grondstoffen af als conservatief. Groei werd in het algemeen niet in materiële termen benoemd maar als de intensivering van het totaal van monetaire relaties. De auteurs constateren dat aan het eind van de 20e eeuw een radicale internalisatie van grondstoffen heeft plaatsgevonden in het domein van de financiële markten. Die internalisatie komt tot uiting in de poging om functies van ecosystemen te meten in termen van financiële stromen waarbij de natuur conceptueel als vloeibaar en kapitaliseerbaar gezien wordt.
Stephen Macekura beschrijft hoe na de 2e wereldoorlog de concepten economische groei en ontwikkeling vanwege dekolonisatie en de koude oorlog centraal kwamen te staan in de internationale politiek. Moderniseringtheorieën verbonden sociaal-culturele en politieke verandering aan op groei gerichte economische theorieën in de verwachting dat onderontwikkelde landen zo dezelfde ontwikkeling zouden kunnen doormaken als de rijke landen. Dat zou dan ook een dam tegen het communisme opwerpen. Deze ideeën werden omarmd in landen als Tanzania, Ghana, India en Egypte. Het groeimodel werd globaal geaccepteerd. De Wereldbank had in de vijftiger jaren de overtuiging dat ‘ontwikkeling noodzakelijkerwijs plaatsvindt door de groei van de economie gemeten door geaggregeerde indices’. De moderniseringstheorieën werden ook dankbaar onthaald door de regering van John F. Kennedy die ze gebruikte in de geopolitieke strijd over de invloed op voormalige koloniën. Walt Rostow werd door Kennedy als adviseur binnengehaald. Rostov is de auteur van het invloedrijke boek met de veelzeggende titel The Stages of Economic Growth: A Non-Communist Manifesto uit 1960. Als experts in de zestiger jaren over ontwikkeling spraken doelden ze op een proces van modernisering dat gebaseerd was op economische groei. Hulp aan de ‘Derde Wereld’ was er op gericht economische groei te bevorderen en zo de ontwikkeling van landen van traditioneel naar modern te leiden.
Verder bevat het boek hoofdstukken over de functie van goud in de economie, de rol van het GDP, het verband tussen economische groei en gezondheid en de mogelijkheden om economische groei samen te laten gaan met duurzame ontwikkeling.
Fred Verbeek