Als je het gesprek aangaat met mensen in je omgeving over een sociale en duurzame economie, herken je vast de situatie dat jou verteld wordt wat er zo goed is aan de huidige economie. Mensen die uitleggen dat we moeten blijven groeien om het milieu te kunnen redden, of dat het enige alternatief voor de vrije markt economie het communisme is – en dat dit geen optie is, toch?
Om je beter voor te bereiden op zo’n inhoudelijk gesprek hebben wij een aantal veelgebruikte argumenten verzameld. We hebben ze voorzien van een goed tegenargument.
Brede welvaart (1)
Wat men beweert:
Veel manieren om welzijn te meten zijn in de praktijk veel te zacht of te ingewikkeld. Het Bruto Binnenlands Product is juist heel precies en betrouwbaar, en er zit veel informatie in over onze welvaart.
Wat men beweert:
Veel manieren om welzijn te meten zijn in de praktijk veel te zacht of te ingewikkeld. Het Bruto Binnenlands Product is juist heel precies en betrouwbaar, en er zit veel informatie in over onze welvaart.
In het kort:
Het begrip ‘betrouwbaarheid’ gaat ook over of iets doet wat het moet doen. Je kunt namelijk ook heel precies meten wat je niet hoeft te weten. Met het BBP vertalen we de vraag: “hoe goed gaat het met ons allemaal?” naar een cijfer dat we gebruiken uit de financiële economie. Veel dingen die wij belangrijk vinden (opvoeding, vriendschap, huishoudelijk werk, …) komen echter niet terug in het BBP.
Beter meten is noodzaak
Stel je voor: een vliegtuig met alleen een snelheidsmeter in de cockpit. Dat kan niet lang goed gaan. Daarom wordt er gevlogen met een dashboard met veel meer meetinstrumenten; waarop bijvoorbeeld ook een hoogtemeter zit en een indicator van de hoeveelheid brandstof aan boord. Voor het sturen van onze economie en welvaart is ook een dashboard nodig, want nu staren velen zich nog blind op de groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP), de nationale snelheidsmeter. Om de metafoor maar even door te trekken: als je alleen op deze meter vertrouwt, wordt de kans groter dat je crasht.
De groei van het BBP is een zeer misleidende manier van meten, onder meer omdat de financiële gevolgen van allerlei schades zelfs positief worden meegeteld. Zo groeit het BBP bijvoorbeeld door branden en verkeersongelukken, door het schoonmaken van verontreinigd water, door verwoestende overstromingen, stormen, droogte of te veel regenval waardoor hele oogsten mislukken. Ook de waarde van opvoeding, huishoudelijke werk en ander vrijwilligerswerk tellen in het BBP niet mee. Maar als we een zachte winter hebben, dan daalt het BBP omdat we maar weinig gas hebben verstookt…
Het BBP is ook niet heel nauwkeurig.
Onderzoek naar de onderliggende data van het BBP leert dat we niet moeten vertrouwen op de nauwkeurigheid die het getal lijkt weer te geven. Het exacte moment van vaststellen van een cijfer terwijl de internationale in- en uitstroom doorloopt ligt erg gevoelig. Volgens nieuw wetenschappelijk onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam komt de data onder het ene cijfer uit een groot aantal nationale en internationale bronnen. Hoe die data verzameld moet worden (rulebook) is sinds 1948 al vijf keer herzien. En als je cijfers van IMF en World Bank met elkaar gaat vergelijken blijkt er regelmatig een flink (paar miljard dollar) verschil tussen de twee BBP’s te zitten. Een sluitende verklaring daarvoor ontbreekt nog.
Groei en BBP (GDP) (3)
Wat men beweert:
De economische welvaart was nog nooit zo hoog in de moderne geschiedenis. Mensen moeten zich realiseren dat ons onderwijs, onze gezondheidszorg en onze veiligheid daarom zo goed zijn.
Wat men beweert:
De economische welvaart was nog nooit zo hoog in de moderne geschiedenis. Mensen moeten zich realiseren dat ons onderwijs, onze gezondheidszorg en onze veiligheid daarom zo goed zijn.
In het kort:
De welvaart, gemeten in BBP, is inderdaad alsmaar aan het groeien. Het is echter de vraag of welvaart en welzijn van alle mensen in gelijke snelheid meegroeit. De inkomensverschillen groeien en daarmee samenhangend hebben – ook in welvarende landen – nog steeds grote groepen mensen geen toegang tot onderwijs, goed onderdak of zorg. Het ‘besteedbaar inkomen’ van Nederlandse huishoudens staat al 40 jaar stil.
Het klopt dat de “welvaart”, gemeten in BBP sinds de vorige eeuw enorm is toegenomen. Wereldwijd groeide de BBP per inwoner van $ 2.850 in 1980 naar $ 11.460 in 2019.
Een paar kanttekeningen
Het BBP (of het nationaal inkomen) is slechts een optelling van geldwaarden, geen maatstaf voor het welzijn of welbevinden van mensen. We brengen deze onderliggende indicatoren niet goed – of niet structureel – in kaart als we het over welvaart hebben. En economische groei zoals gemeten door het BBP geeft een verkeerd beeld vanwege de grote inkomensongelijkheid; wie profiteert uiteindelijk van die economische groei? Voor zover groei van het BBP gepaard gaat met groei van de consumptie, moet men zich afvragen in hoeverre toename van consumpties boven het niveau van basisbehoeften nog iets toevoegt aan het welzijn. Als tegelijkertijd met BBP-groei sprake is van ecocide en van uitputting van hulpbronnen moet men zich afvragen wiens welvaart en welzijn daarmee gediend zijn.
Sociale en milieukosten van voortbrenging van goederen en diensten waaraan geen monetaire transacties zijn verbonden worden niet in rekening gebracht. Dit worden daarom ook wel ‘externaliteiten’ genoemd.
Externaliteiten staan onder druk
Als juist datgene wat we niet goed meten onder druk staat, kun je dan spreken van toename van welvaart? 100 jaar geleden kon men nog uit verschillende rivieren drinken. Nu is milieuvervuiling en afval een grote bedreiging voor ons welzijn. Door deze, en andere, indicatoren mee te nemen in het meten van welvaart, ontstaat een beter beeld.
Besteedbaar inkomen groeit nauwelijks
Begin 2018 komt de Rabobank met een belangwekkend rapport. Het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens is sinds 1977 nauwelijks toegenomen. De afgenomen huishoudgrootte verklaart een deel van de stagnatie, maar belangrijker is dat de groei van het inkomen sinds 1977 sterk is achtergebleven bij de economische groei.
Ze stellen dat een gemiddeld huishouden uit 2014, gecorrigeerd voor inflatie, vrijwel hetzelfde besteedbaar inkomen heeft als een huishouden uit 1977. Een deel van de stijging van het nationaal inkomen komt terecht bij de overheid, maar het grootste deel bij bedrijven, en dan met name multinationals.
In 2020 verschijnt het boek Fantoomgroei van Heijne en Noten, hierin wordt van kaft tot kaft helder uitgelegd dat de groei de meeste burgers niet echt bereikt.
Wat men beweert:
Veel manieren om welzijn te meten zijn in de praktijk veel te zacht of te ingewikkeld. Het Bruto Binnenlands Product is juist heel precies en betrouwbaar, en er zit veel informatie in over onze welvaart.
Wat men beweert:
Veel manieren om welzijn te meten zijn in de praktijk veel te zacht of te ingewikkeld. Het Bruto Binnenlands Product is juist heel precies en betrouwbaar, en er zit veel informatie in over onze welvaart.
In het kort:
Het begrip ‘betrouwbaarheid’ gaat ook over of iets doet wat het moet doen. Je kunt namelijk ook heel precies meten wat je niet hoeft te weten. Met het BBP vertalen we de vraag: “hoe goed gaat het met ons allemaal?” naar een cijfer dat we gebruiken uit de financiële economie. Veel dingen die wij belangrijk vinden (opvoeding, vriendschap, huishoudelijk werk, …) komen echter niet terug in het BBP.
Beter meten is noodzaak
Stel je voor: een vliegtuig met alleen een snelheidsmeter in de cockpit. Dat kan niet lang goed gaan. Daarom wordt er gevlogen met een dashboard met veel meer meetinstrumenten; waarop bijvoorbeeld ook een hoogtemeter zit en een indicator van de hoeveelheid brandstof aan boord. Voor het sturen van onze economie en welvaart is ook een dashboard nodig, want nu staren velen zich nog blind op de groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP), de nationale snelheidsmeter. Om de metafoor maar even door te trekken: als je alleen op deze meter vertrouwt, wordt de kans groter dat je crasht.
De groei van het BBP is een zeer misleidende manier van meten, onder meer omdat de financiële gevolgen van allerlei schades zelfs positief worden meegeteld. Zo groeit het BBP bijvoorbeeld door branden en verkeersongelukken, door het schoonmaken van verontreinigd water, door verwoestende overstromingen, stormen, droogte of te veel regenval waardoor hele oogsten mislukken. Ook de waarde van opvoeding, huishoudelijke werk en ander vrijwilligerswerk tellen in het BBP niet mee. Maar als we een zachte winter hebben, dan daalt het BBP omdat we maar weinig gas hebben verstookt…
Het BBP is ook niet heel nauwkeurig.
Onderzoek naar de onderliggende data van het BBP leert dat we niet moeten vertrouwen op de nauwkeurigheid die het getal lijkt weer te geven. Het exacte moment van vaststellen van een cijfer terwijl de internationale in- en uitstroom doorloopt ligt erg gevoelig. Volgens nieuw wetenschappelijk onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam komt de data onder het ene cijfer uit een groot aantal nationale en internationale bronnen. Hoe die data verzameld moet worden (rulebook) is sinds 1948 al vijf keer herzien. En als je cijfers van IMF en World Bank met elkaar gaat vergelijken blijkt er regelmatig een flink (paar miljard dollar) verschil tussen de twee BBP’s te zitten. Een sluitende verklaring daarvoor ontbreekt nog.
Wat men beweert:
Bedrijven die een gezonde winst maken, hebben zo ook meer financiële ruimte om goed voor het milieu en hun personeel te zorgen. En wat is er mis met een beetje geld verdienen aan mooie spullen maken?
Wat men beweert:
Bedrijven die een gezonde winst maken, hebben zo ook meer financiële ruimte om goed voor het milieu en hun personeel te zorgen. En wat is er mis met een beetje geld verdienen aan mooie spullen maken?
In het kort:
Een steeds groter deel van de financiële transactie – en de bedrijven die daar geld aan verdienen – hebben geen betrekking meer op ‘het maken van producten’. Juist beleggers en handelaren verdienen aan korte termijn transacties, waarmee ze eigenlijk waarde onttrekken aan de echte economie.
Wat kan er nou mis zijn met het streven naar een goed rendement? Een belangrijk probleem hierbij zit ‘m in het feit dat voor de grotere ondernemingen het voordeel niet naar de werknemers gaat, maar naar de aandeelhouders. Doordat aandeelhouders steeds makkelijker en sneller hun beleggingen kunnen veranderen, hebben ze weinig interesse in de lange termijn van bedrijven. Ze maken hoge winsten door kostenreducties te eisen, door herinvesteringen uit te stellen en door aandelen terug te kopen en zo de marktwaarde van aandelen op de korte termijn te laten stijgen. Bedrijven die groeien doen het ‘goed’.
Steeds meer zien we dat de transacties van aandeelhouders, investeerders en financiële dienstverleners helemaal niet meer gaan om het financieren van bedrijven. De financiële markten zijn steeds meer losgekoppeld geraakt van de ‘echte’ economie. Kijk bijvoorbeeld naar de situatie in Amerika, waar de financiële sector een steeds groter deel van het GDP voor z’n rekening neemt ten opzichte van fabricage.
Hoe dan wel?
Datgene wat je meet om je succes te bepalen, wordt vanzelf het doel van de onderneming. Dus als je het succes van een onderneming gaat uitdrukken in korte-termijn winst, wordt alles in beweging gezet om dat te maximaliseren. Je ziet dus nu ook instrumenten ontstaan die anders kijken naar het succes van een organisatie. Welke zaken zijn belangrijk voor klanten, voor medewerkers en voor de maatschappij in het algemeen? Denk bijvoorbeeld aan de Economy of Common Goods matrix (in combinatie met SDG’s) of de Scale of Significance.
Of zoek naar een bepaalde term in de FAQ’s
Ik zoek een argument
Was jij laatst met iemand in gesprek en staat het argument dat jij zocht er niet tussen? Laat het ons weten.