Na het bestuderen van deze paragraaf weet je wat het begrip “economie” betekent.
Economie is een woord dat we kennen uit het Oudgrieks: oikos (huis) en nomos (regel). Het is letterlijk te vertalen als huishoudkunde. Dan bedoelt men economie als wetenschap die zich bezighoudt met alle keuzes die mensen maken bij het maken, verspreiden en gebruiken van producten en diensten. In het vakgebied van de economie kennen we de macro-economie, dat zich bezighoudt met nationale en wereldwijde economie, zoals banen en inkomens, inflatie en rentestanden en we kennen de micro-economie, dat gaat over het gedrag van bedrijven en consumenten.
Het begrip economie staat voor veel mensen gelijk aan handel en geld. Handel houdt in dat goederen en diensten door een bedrijf worden aangeboden en vervolgens gekocht door een consument.
Hierdoor ontstaat ruil. Deze ruil werd gemakkelijker gemaakt door geld als ruilmiddel te installeren. Hierdoor hoef je niet te bedenken hoeveel geiten je voor een nieuw dak hoeft te ruilen, maar kun je in euro’s een bedrag overmaken aan de dakdekker.
Het vraag en aanbod zijn dan ook de uitgangspunten voor de prijs. Wat betekent dit? De vraag is het aantal van een product dat er op de markt gevraagd wordt, door klanten. Het aanbod is de hoeveelheid die een producent of verkoper aanbiedt. Hierbij speelt nog een begrip een grote rol: schaarste.
Met schaarste bedoelen economen dat er een tekort is van producten of diensten, maar dat ze beperkt beschikbaar zijn. De kernvraag is volgens veel economen dan ook wat een optimale verdeling van de schaarse middelen is.