De Tirannie van Verdienste

Auteur: Michael Sandel
Uitgever: Ten Have

Michael Sandel is politiek filosoof aan Harvard University, USA. In de Tirannie van Verdienste levert hij stevige kritiek op het concept meritocratie dat een kenmerk zou zijn van neoliberale economieën en dat ervan uitgaat dat iedereen met gelijke capaciteiten een gelijkwaardige plaats in de maatschappij kan bereiken ongeacht achtergrondkenmerken als opleidingsniveau van de ouders en etniciteit, mits men zich daarvoor inspant. In de eerste plaats laat hij voor de USA zien dat van deze veronderstelling weinig terecht komt. Bij de topuniversiteiten is nog steeds slechts een zeer klein percentage studenten afkomstig uit de lagere klassen. Ook bij staatuniversiteiten is aantal studenten uit de lagere klassen dat opwaartse mobiliteit vertoont geringer dan op basis van het meritocratisch principe verwacht zou mogen worden. Deze sociale mobiliteit is de laatste decennia afgenomen.

In de tweede plaats veroorzaakt het idee dat de plaats die men inneemt in de maatschappij het gevolg is van de eigen verdienste bij degenen die de slechtste banen bekleden een gevoel van schaamte dat het hen niet gelukt is. Degenen die het wel lukt voelen zich daarentegen ver verheven boven de mislukten. Het meritocratisch principe brengt voor studenten uit de hoogste milieus wel een enorme competitiedrang met zich mee omdat hun ouders niet willen dat zij lager uitkomen dan zij zelf.

Sandel waarschuwt voor het groeiende verschil tussen de elite en de rest. Een te grote kloof maakt het steeds moeilijker om onszelf te zien als burgers die een gemeenschappelijk leven delen. Dat brengt schade toe aan onze democratische samenlevingen. Hij ziet in deze kloof een reden voor het opkomend populisme.

Mede door de globalisering, waardoor arbeid verplaatst is naar lagelonenlanden en de ongelijkheid binnen de USA sterk is toegenomen, is er voor de lager betaalde functies weinig maatschappelijke erkenning en waardering. Dat slaat terug op het zelfbeeld van de werknemers. De auteur pleit voor een politiek debat dat minder over de stijging op de maatschappelijke ladder moet gaan en meer over waardigheid van arbeid. Bijvoorbeeld: wat is de bijdrage aan de samenleving van degenen die werken in de reële economie in vergelijking met degenen die werken in de financiële sector op Wall Street?

Sandel hoopt dat er een samenleving kan ontstaan, waarin alle burgers, ongeacht hun economische positie, worden gerespecteerd voor de bijdragen die ze leveren aan het algemeen welzijn, of ze nu naar de universiteit zijn gegaan of niet. Waarbij alle burgers een gevoel van zelfrespect hebben, omdat ze zien dat de samenleving hen respecteert.

Hij beschrijft niet alleen hoe we tekort schieten ten opzichte van het ideaal van meritocratie, hij maakt ook duidelijk waarom het zelfs niet een wenselijk ideaal is als het niet gecombineerd wordt met het tegengaan van grote inkomensverschillen en de creatie van zinvolle, respectabele banen voor mensen met lagere opleidingen.


Fred Verbeek